woensdag 30 augustus 2017

Lady Di en het gedeelde geheim van Mannheim 1997




Hugo Simon en ET in actie tijdens het EK voor springruiters, 31 augustus 1997. @Foto Jacob Melissen
Journalisten zijn altijd op zoek naar hét verhaal. Heb jij hét verhaal, dan heb je een primeur. Maar wat is een primeur waard als uiteindelijk het bewijs om de zaak rond te maken niet wordt geleverd? Vandaag 20 jaar geleden overkwam het mij.

Zondagmorgen 31 augustus 1997. Rond acht uur ging de wekker op mijn hotelkamer in Mannheim. Sinds kort had ik als sportverslaggever van het Rotterdams Dagblad een mobiele telefoon. Een mobieltje met internet was er nog niet.

Om het nieuws van die dag op te pikken zette ik de televisie aan. Ik zat vervolgens een kwartier bewegingsloos te kijken. Het ging alleen maar over de dood van Lady Di. Op CNN waren de beelden van de verongelukte auto in de Parijse tunnel te zien.

Uiteraard ging het ook over de rol van de fotojournalisten, de paparazzi. Zij waren medeverantwoordelijk voor het ongeluk. Hoewel een andere tak van ons vak, voelde ook ik de schaamte. Waarom altijd die nietsontziende jacht op mensen? Vanwege die ene foto, die primeur?

Ontbijt
Bij het ontbijt ontmoette ik mijn andere Nederlandse collega's. Uiteraard ging het ook nu over de dood van de Engelse prinses en over de rol van de fotografen. Iets anders dan de paardensport waarvoor wij sinds woensdagavond 27 augustus in Mannheim vertoefden.

Het was de laatste dag van Europees kampioenschap voor springruiters. Nederland had op vrijdag de tweede plaats in het landenklassement gewonnen, achter gastland Duitsland. Emiel Hendrix stond derde in het individueel tussenklassement. Ludger Beerbaum met Ratina en Hugo Simon met ET gingen hem voor.

Aan het einde van de ochtend gingen we naar het evenement. Alle ogen waren gericht op Hendrix. Hoe zou de Limburger met de druk omgaan? Helaas wat minder, want na de eerste omloop waren zijn kansen fors geslonken.

Telefoontje
Aan het begin van de tweede en laatste omloop werd ik gebeld. Ik moest direct naar de stallen komen, daar was iets aan de hand. Ik liet mijn collega's met een vage smoes achter en ging op zoek naar mijn verhaal.

Bij de stallen werd ik bijgepraat door mijn tipgever. Hij vertelde dat één van de medewerkers van Hugo Simon in de stal was betrapt. Hij had een spuit bij de hals van het toppaard ET gehouden.

De ontdekking was gedaan door Hans Wallmeier, steward namens de internationale federatie (FEI). Hij was direct de box ingelopen en trof tussen het stro onder ET een spuit met daarin een kleine hoeveelheid bloed. Het verhaal van mijn tipgever werd bevestigd door Wallmeier en Peter Cronau, de toernooiarts namens de FEI.

Hoe verder?
Dat gedeelte had ik rond, maar hoe verder? Ik haalde het wederhoor bij de verdachte Nederlandse medewerker van Hugo Simon. Deze jongeman, Pascal Uytendaal, zei dat er niets aan de hand was. Hij wist niets van een spuit.

Deel 1 van het wederhoor was gehaald. Deel 2 moest van Hugo Simon komen. De kracht van het verhaal was, hoewel hij met ET tot de top 3 van de wereld behoorde, afhankelijk van de eindrangschikking van het EK.

Ludger Beerbaum en Ratina Z bleken andermaal onaantastbaar. Simon moest genoegen nemen met de zilveren medaille.

Commentaar
Uiteraard was mijn verhaal al sterk, maar ik wilde het afronden met het commentaar van Simon. Alle publiciteit zou immers op hem neerkomen, niet op zijn medewerker.

Maar ik had ook nog de keuze: 1. zwijgen op de persconferentie, Simon apart interviewen en de boel laten ontploffen na publicatie door mijn opdrachtgever, de GPD (nagenoeg alle regionale kranten); 2. de vragen stellen tijdens de persconferentie. Dat zou het zelfde effect hebben.

Persconferentie
Hugo Simon maakte de keuze niet moeilijk. Ik probeerde hem bij de stallen te interviewen, maar hij weigerde naar buiten te komen. Ik moest de vragen dus wel tijdens de persconferentie stellen.

Max Ammann, perschef van de FEI, opende in de grote tent het 'bal'. Hij heette iedereen van harte welkom, inclusief de drie medaillewinnaars die achter de tafel zaten.

Vervolgens kwam Ammann met een voorstel. De journalisten konden niet eerst hun vragen stellen aan Europees kampioen Beerbaum, maar aan Simon. De Oostenrijker had namelijk haast en wilde naar huis.

Uiteraard begreep ik toen nog als enige waarom Hugo Simon haast had. De lastige vragen moesten worden ontlopen. En dan te begrijpen dat hij woonde en nu nog woont in Weisenheim am Sand, op 15 kilometer van Mannheim...

Vinger omhoog
Ik keek om mij heen en wachtte tot iemand een vraag aan Hugo Simon stelde. Maar iedereen wilde het verhaal van de kampioen horen. Niet van de nummer twee.

Dus stak ik maar mijn vinger omhoog en kreeg de microfoon. 'Meneer Simon, wat kunt u vertellen over het verhaal dat één van uw medewerkers tussen de eerste en tweede manche in de stal is aangetroffen met een spuit bij ET?'

De oh's en ah's vlogen door de zaal, de stilte was voorbij. Nog voordat Simon kon antwoorden, nam Ammann het woord. Waar ik het lef vandaan haalde om deze vraag te stellen. Hij, als perschef, was niet eens op de hoogte... 'Uw toernooiarts Peter Cronau heeft het verhaal bevestigd', antwoordde ik.

Cash
Bij het horen van de naam van Cronau ontplofte ook Hugo Simon. 'Als Cronau iets beweert, dan doet het mij niets. Van die naam draait mijn maag om.'

Nu hadden beide heren al heel wat akkefietjes achter de rug. De laatste confrontatie was een paar weken eerder. Toen overleed Cash, een ander paard van Simon, in de stal tijdens het toernooi van Aken. Ook daar was Cronau arts van het concours.

Simon ging er vandoor, waarna Ludger Beerbaum een paar vragen beantwoordde. Daarna ging het alleen maar over de dopingzaak. Ik verontschuldigde me bij Beerbaum. Hij zei echter: 'Als dit verhaal over ET klopt, dan is dat belangrijker voor de sport dan mijn titel.'

Verklaring
In het perscentrum tikte ik mijn verhaal. Ik verstuurde het pas nadat de organisatie mijn hele verhaal had bevestigd via een officiële verklaring. Weg was de primeur. (lees onder artikel verder)

Het artikel over de affaire in Mannheim, maandag 1 september 1997. @Leidsch Dagblad

Ik pakte mijn spullen en startte de auto. Mijn collega's van de Telegraaf en het AD reden mee terug naar Rotterdam. Eén van hen vroeg me waarom ik de primeur niet voor mijzelf had gehouden. 'Nu heeft de organisatie het moeten bevestigen en heeft het een breder draagvlak', antwoordde ik.

Onderzoek
Was het een voorgevoel geweest? Een paar dagen later bleef er van de aanklacht weinig over. In Engeland werd in het laboratorium dat de spuit namens de FEI onderzocht, niets gevonden voor een tuchtzaak. Van de hoeveelheid vloeistof gevonden in Duitsland was nagenoeg niets meer over. Hugo Simon ging vrijuit.

Een paar weken nadien ging ik op bezoek bij Cronau in Bochum. Daar schreef ik het verhaal en de bredere geschiedenis over paardensport en doping. Uiteraard belde ik Hugo Simon voor wederhoor. Het werd één van de kortste interviews. (lees verder onder artikel)

Het interview met dr. Peter Cronau, 15 oktober 1997 @PZC


Twintig jaar later
Vandaag is het twintig jaar geleden, deze affaire. De afgelopen weken had ik nog contact met Peter Cronau, Pascal Uytendaal en Frits Sluyter, topfunctionaris van de FEI toentertijd.

Cronau is verheugd met de aandacht: 'Dat u na al die jaren nog aandacht aan de zaak wil besteden. Een zaak waar niemand nog over wil praten. Zeker de sportbonden niet.'

'Er waren toen vijf getuigen die hebben gezien dat er bloed in de spuit zat. Tijdens een vergadering van de FEI in Toronto bleek een meerderheid voor Simon te kiezen. Ik ben toen weggegaan. Alle mensen zijn voor de wet gelijk, alleen sommigen hebben meer gelijk (Simon),' schreef Cronau mij.

Niets te verbergen
Pascal Uytendaal was de afgelopen drie weken met zijn paarden op concours in Polen. Hij vindt het niet erg om nog over de zaak te spreken. 'De spuit die werd gevonden in het stro, was de dierenarts de avond er voor vergeten. Die behandeling was keurig gemeld.'

'Ik heb nadien Hans Wallmeier nog vaak ontmoet en gesproken. Zeker over deze zaak. Hij vroeg zich af wat hij dan wel had gezien... Niks, zei ik. Er was ook niks.'

Hans Wallmeier is helaas overleden en kan hier niets tegenin brengen.

Hugo Simon heb ik drie jaar na het EK nog tijdens het CHIO in Rotterdam gesproken. Het interview in 2000 ging goed, totdat ik over Mannheim begon. Toen was het gesprek afgelopen.

Slotwoord
Het slotwoord is voor Frits Sluyter, voormalig veterinair directeur van de FEI. Na het voorval in 1997 spraken we elkaar over de resultaten van de spuit.

Nu zegt de Nederlander: 'Het was voor ons een zeer frustrerend einde van de zaak. Er moest iets zijn, maar dat was er niet. Zie het als een moordzaak. Er zou een moord zijn gepleegd, maar er is geen lijk. Wat kun je dan?'


Vandaag zult u andermaal op vele manieren worden herinnerd aan de dood van Lady Di. Over de vermeende affaire van Mannheim zal niemand het hebben. En misschien wel terecht.


Over de kwestie verschenen onder meer ook de volgende verhalen in 1997...

https://www.welt.de/print-welt/article640744/Die-Spritze-im-Stall-von-Hugo-Simon.html

http://www.volkskrant.nl/sport/dood-op-recept-voor-het-sportpaard~a462502/

http://www.volkskrant.nl/sport/simon-gaat-ook-bij-tweede-test-vrijuit~a485334/