dinsdag 30 december 2014

Vernieuwing in Rotterdams OV staat stil

                                      OV-chipkaart, handig, maar met te weinig handigheden.

De OV-chipkaart is een handig vervoersbewijs. Maar sinds de volledige Rotterdamse introductie in 2009 heeft de kaart tot meer kosten en weinig vernieuwing geleid. Na zes jaar is het tijd voor een (r)evolutie.

Verguisd, veroordeeld en door lang niet iedereen geaccepteerd. Er zijn vooroordelen, oordelen en tekortkomingen over en van de OV-chipkaart te noemen. Maar de kaart heeft ook voordelen, zoals het gebruiksgemak. Met stapjes is het product verbeterd.

Vernieuwend kun je de OV-chipkaart in de regio Rotterdam niet noemen. Er zijn technieken bedacht om het groepsvervoer te vergemakkelijken. Ook kun je op rekening reizen en kun je met de kaart OV-miles sparen. Maar nieuwe producten, die zijn niet bedacht. En dat is niet alleen de verantwoording van de vervoerders, ook van de regionale politiek. Juist ja, uw raadsleden.

Je kunt reizen op saldo (eventueel met korting), met een abonnement en met 1-, 2- of 3-daagsekaarten. Veel meer smaken zijn er niet. Een variabel of flexibel product bestaat niet.

Ik ben een frequent reiziger met het openbaar vervoer. Ik reis elke dag met de metro van mijn huis in Spijkenisse naar mijn werk in Rotterdam. En geregeld gebruik ik in de stad ook nog de tram.

Abonnement
Een abonnement heb ik niet. Een abonnement is niet handig. Dat is afgesteld op het systeem van de strippenkaart. Met zones en sterren, die er voor de rest niet toe doen. De RET dwingt mij per 2015 voor 116 euro per maand om over Pernis en Schiedam (de C-lijn) te reizen.
- De andere lijn (Slinge, D-lijn) geldt in principe niet voor mij. Dan bestaat de kans dat ik moet ik bijbetalen.
- Daarnaast geldt het abonnement voor zeven dagen. Maar ik werk er vijf. Dus waarom zou ik betalen voor acht dagen in vier weken (40 procent!) die ik niet reis?
- Dus bij een abonnement betaal ik 116 euro voor teveel dagen en voor een beperkt en afgedwongen traject. Dat is overigens 20 procent duurder dan in 2008 voor hetzelfde traject.

Duurder
Het openbaar vervoer, ook in Rotterdam, is duurder geworden. Elke reiziger betaalt een vast instaptarief en een kilometertarief. Dat instaptarief is sinds 2006 van 67 cent naar 88 cent gestegen, oftewel 21 cent (= 30 procent). Ter vergelijking: de benzineprijs is sinds 2006 van 1,30 naar 1,65 gegaan, iets meer dan 25 procent.

Alternatief
Ik heb tot 1 januari nog een redelijk alternatief. Met een 2-daagsekaart (10,70 euro) en een 3-daagsekaart (14,20 euro) reis ik voor 25 euro per week. Ik kan elke dag onbeperkt reizen en ik ben vrij in mijn trajectkeuze.
Vanaf 1 januari gaat de prijs fors omhoog. De 2-daagsekaart van 10,70 naar 12,50 (+ 17 procent) en de 3-daagsekaart van 14,20 naar 16,50 (+16 procent). Per week betekent dat neer op 24,90, maar 29 euro (+21 procent).
Die prijsverhoging is een aanpassing voor een tweetal jaren, maar niettemin fors.

Politici
Wie is er verantwoordelijk voor die prijsverhoging? Je zou denken de RET, maar het vervoersbedrijf kan de bal rustig doorspelen naar de Stadsregio Rotterdam. Die stelt de prijzen vast.
Maar de eindverantwoordelijken daar zijn voor ons allen geen vreemden. Dat zijn immers de wethouders uit onze Rijnmond-gemeenten (en vanaf 1 januari 2015 de Metrpoolregio Rotterdam Den Haag) die de tarieven bepalen c.q. goedkeuren.
Zouden zij en de andere politici weten of zich realiseren wat er zich in de wereld van het openbaar vervoer afspeelt? Wie de tariefstijging in negen jaar bekijkt, krabt zich achter de oren. Daarnaast zijn de producten niet meegegaan met de flexibele reiziger.
Daar ligt ook de uitdaging. De auto is niet meer zo in, zeker niet bij de jeugd, is al gebleken. Maar het aantal reizigers of reizigerskilometers is gemiddeld niet opzienbarend gewijzigd.
Rotterdam, de grote stad in de Rijnmond, wil de strijd tegen het roet en de CO2 winnen. Dat kan alleen als je niet alleen het autoverkeer beperkt, maar daarnaast een optimaal OV-pakket aanbiedt. Een volledig netwerk, met betaalbare en vooral flexibele reisproducten.

Voorbeelden
Een voorbeeld: als je op drie verschillende, maar niet aaneengesloten dagen reist, moet je een driedaagse kaart kunnen aanschaffen.
Of: Alleen nog saldo-reizen. Hoe meer je met je OV-kaart reist, hoe meer korting je krijgt. Oftewel: de vaste klant wordt beloond. En de rompslomp van abonnementen ben je kwijt.

Het zijn ideeën. Misschien hele verkeerde. Maar er moet iets gebeuren om het openbaar vervoer in beweging te houden. Dat is niet alleen een taak van de vervoerders, ook van de politici die de lijnen uitzetten.

Ook betaald parkeren bij P+R in Spijkenisse

                                         P+R Heemraadlaan, waar straks ook moet worden betaald


Het parkeren bij metrostations in Spijkenisse is niet langer gratis. De gemeente Spijkenisse heeft besloten om begin 2015 automobilisten die verder reizen met het openbaar vervoer 3 euro per dag te laten betalen. Spijkenisse wil het geld gebruiken voor het onderhoud van de P+R en de gebieden rondom de stations.

Het besluit van de gemeente Spijkenisse komt niet als een verrassing. De gemeente was al van plan om de P+R-terreinen bij de stations Centrum en Heemraadlaan af te sluiten. Dat was vooral om te voorkomen dat mensen die nabij de stations werken en niet met het OV-reizen te weren.

''Maar,'' schrijft het Spijkenisser college in een verklaring, ''nu de gemeente Rotterdam geld aan de reiziger gaat vragen voor P+R houdt niets ons tegen. Wij vinden het jammer voor de andere gebruikers die van Voorne-Putten komen, maar we hadden geen andere keuze.''

Het besluit komt niet als een verrassing. In navolging van het Rotterdamse besluit kondigden de gemeenten Schiedam (Vijfsluizen), Capelle aan den IJssel (Capelsebrug) en Lansingerland (Meijersplein) aan om geld te vragen voor het parkeren bij de metrostations.

Tol
Alternatieve plannen werden eerder bedacht door Krimpen aan den IJssel (tol bij de Algerabrug), Hellevoetsluis (tol bij Haringvlietbrug) en Maassluis (tol bij pontje Rozenburg). Ook andere gemeenten zeggen ideeën uit te werken.

De meeste gemeenten zeggen het geld te gebruiken om hun begroting rond te krijgen. ''Door de overheveling van diverse taken van het Rijk naar de gemeenten wordt het steeds moeilijker. Geld uit alternatieve bronnen binnenhalen, daar hadden we niet aan durven denken. Totdat Rotterdam de eerste stap zette,'' aldus een Capelse woordvoerder.

De nieuwe plannen lijken een bom te leggen onder de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Een jaar geleden noemden de burgemeesters Aboutaleb en Van Aartsen de metropoolregio nog een krachtige economische regio, waar door gebrek aan samenwerking veel geld bleef liggen.

''Dat was een mooi idee, dat inmiddels door de Rotterdamse realiteit is achterhaald,'' aldus een zegsman van de gemeente Ridderkerk. ''Wij zitten er niet mee dat de metropoolregio niet van de grond komt. Die zogenaamde samenwerking was toch alleen in het voordeel van Rotterdam en Den Haag geweest. De andere gemeenten deden er niet toe. Voor ons betekent dat de Trampluslijn op de lange baan gaat. Dat heeft ook zo z'n voordelen.''

Onzin
Uiteraard is bovenstaand verhaal onzin. Net zo onzinnig als het Rotterdamse plan om de gebruikers van de P+R-terreinen te laten betalen, ook al reizen ze met het openbaar vervoer. P+R-garages en -terreinen die zijn deels betaald met het geld van alle gemeenten. Ook door de inwoners van de gemeenten rondom Rotterdam.

In mijn Spijkenisser achtertuin ligt ook zo'n P+R-terrein. Ik heb er tot aan de Raad van State tegen geprocedeerd. Vooral omdat we als buurt - zo bleek later terecht - de overlast in de avonduren en de weekeinden vreesden.

Maar ik was nooit tegen dat terrein omdat de mensen uit Hellevoetsluis, Brielle en Oostvoorne er hun auto konden neerzetten. Integendeel, daar waar we de automobilist in het OV kunnen jagen, graag! Daarmee voorkomen we de noodzaak van nog meer asfalt en nog meer uitlaatgassen. Althans, dat is mijn ideaalbeeld.

Het Rotterdams idee om (als starttarief) OV-reizigers 2 euro per dag te laten betalen kan een forse aanslag op die hoop zijn. Automobilisten gaan wellicht straks in de gemeenten er om heen parkeren, zoals Capelle aan den IJssel, Schiedam en Albrandswaard. De gevolgen daarvan zijn uiteraard geen Rotterdams probleem.


De Stadsregio en straks ook de Metropoolregio zouden iets moeten hebben van schouder-aan-schouder. Maar de andere gemeenten moeten nu oppassen voor een schouderduw. Rotterdam de stad van kendoe? Dikke doei.

Arm, arm, arm Samsung


                                     

Mijn telefoon is - ik moet het helaas beamen - onmisbaar. Mijn telefoon is mijn contact met de buitenwereld. Zonder die telefoon voel ik me ellendig. En zeker als ik verweven raak in een spel tussen T-Mobile en Samsung. Lees en huiver.

Een laptop heb ik niet nodig. De telefoon is mijn mobiele computer. Bellen, email, whatssapp, Twitter, agenda: alles doe ik via mijn telefoon. Ik ben op mijn werk vaak het eerste contact met de buitenwereld. Woordvoerders van allerlei gemeenten, politie en brandweer, ze kunnen en mogen 24 uur per dag bellen. En dat doen ze ook. Dat is nu eenmaal het lot van een journalist.

Om de twee jaar sluit ik een nieuw abonnement af. Geen goedkoop abonnement. Ik heb veel belminuten (400) en GB (minimaal 2) nodig. Ik was dan ook blij dat mijn provider T-Mobile begin september stuntte ter gelegenheid van 10 jaar telefoonwinkels in Nederland.

Ik vergeleek het abonnement met andere providers. Een nieuwe Samsung S5, onbeperkt bellen en 5 GB voor 2 jaar. Kosten: 41,20 per maand. Daar kon niemand tegenop.

Dus stapte ik donderdagavond 18 september naar de T-Mobileshop in Spijkenisse. Ik werd allervriendelijkst en behulpzaam geholpen. Een uur later, was ik een nieuwe S5, met schermprotector en een mooie hoes rijker. T-Mobile blij, Samsung blij, verkoper blij, ik blij. Jaaaa... en als achtervang ook nog een verzekering afgesloten.

Kuren
Binnen twee weken vertoonde het apparaat de eerste kuren. Eerst een keer in een paar dagen, toen dagelijks. De software liep vast, programma's werden spontaan beëindigd, gesprekken waren plotseling voorbij. Geregeld werd ik 's ochtends wakker naast een telefoon die spontaan 's nachts was opgestart en de code voor mijn simkaart vroeg.

Ik stapte naar de T-Mobileshop. Dezelfde verkoper, de manager bleek later, begreep mijn probleem.
'Dan moeten we uw telefoon opsturen'
Oké, krijg ik een vervangend toestel?
'Nee, dat doen wij niet'
Maar ik heb toch een verzekering?
'Maar dat gaat alleen als er iets met uw scherm of zo kapot is. Niet voor softwareproblemen. Dat valt onder fabrieksgarantie.'
Dus...
'Ja, sorry, anders gaat t niet.'
En als ik met een hamer op het toestel sla?
'Maar u ziet er uit als een eerlijk mens. Dat doet u toch niet?'
Nee, maar ik zou het bijna wel doen!

Een week later, donderdag 16 oktober, leverde ik alsnog mijn toestel voor reparatie in bij de winkel. Ik schakelde weer over naar mijn HTC editie Stenen Tijdperk.
Met een week herfstvakantie voor de boeg moest en kon ik die teruggang wel slikken. En welke keuze had ik?

Gisteren, dinsdag 28 oktober - binnen twee weken - werd mijn toestel thuis afgeleverd. Er zat een briefje bij van Dynafix uit Nuth, waarop stond dat ik de nieuwste software-update om mijn toestel had.
Na een uurtje was het toestel weer ingeschakeld, voorzien van de noodzakelijke apps en werden de contacten en de agenda bijgewerkt.

Vreugde
De vreugde was van korte duur. Om 07.30 uur crashte het toestel bij het invoeren van een wachtwoord. En 's middags beëindigde de telefoon zelf het gesprek met een woordvoerder...

Bellen met de klantenservice haalde weinig uit. Het toestel moest ik opnieuw ter reparatie aanbieden. Dacht 't even niet.

Geïrriteerd stapte ik in de metro, pakte thuis de fiets en zoefde naar de T-Mobilewinkel. Om 17.24 uur stapte ik binnen. De manager was niet aanwezig.
'Maar,' zei de medewerker, 'is u dan niet vertelt dat u in aanmerking komt voor omruiling binnen 60 dagen?
Nee, dat had ik nog niet gehoord.
'Maar dat kan alleen de manager met zijn code. En hij is er zondag weer.
Maar kunt u dat niet telefonisch voor mij met klantenservice regelen?
Hij pakte de telefoon en belde. 'Omdat wij de code niet hebben, kunnen wij het niet aanvragen. Maar als u thuis met klantenservice belt, regelen zij het voor u.'

Ik thuis bellen met 1200, het nummer van klantenservice T-Mobile.
'Omruilen? Nee, dat kan ik niet. Dan verbind ik u door met de juiste afdeling.'
Na 23 minuten praten en wachten...
'Met Esther. O sorry, ik heb niets meegekregen. Zegt u het maar...'
Ik leg het verhaal nog een keer uit...
'Wacht even. Even uw gegevens downloaden.'
Vier minuten later...
'Nee sorry, we zullen het nog een keer ter reparatie moeten aanbieden.'
Eh, maar wat klopt er dan van het verhaal dat mij in de winkel is verteld?
'Sorry, dat weet ik niet, maar ik kan 'm niet omruilen. Het spijt me.'

Het liefst zou je op zo'n moment een contract willen verscheuren, een telefoon willen plat stampen. Maar dat doe je niet.
Ik blijf netjes. 'Maar mevrouw, waarom heb ik dan een verzekering die niet geldt? Waarom word ik van het kastje naar de muur gestuurd? Waarom krijg ik geen vervangend toestel?'
'Sorry meneer, vroeger ging dat veel gemakkelijker. Maar daar is zoveel misbruik van gemaakt.'

Het gesprek wordt beëindigd. Droevig zit ik naar mijn computer te staren.
Ik ben niet boos op de mensen van T-Mobile en Samsung. Ik ben teleurgesteld in bedrijven die regels waarmee niet valt te werken opstellen. Want de schaamte over de manier van hoe hun bedrijf met klanten omgaat, die tonen de medewerkers van T-Mobile wel. Ze begrijpen mijn teleurstelling.

Directeur
En hoe zou de directeuren van T-Mobile of Samsung daarover denken. Kunnen zij zich in de klant verplaatsen?
Stelt u zich eens voor: vandaag hebben de directeuren hun nieuwe leasewagen opgehaald. Morgen hapert de motor voortdurend, zodat ze 70 km per uur over de snelweg rijden. Me dunkt dat zij zo snel mogelijk naar de garage teruggaan. En wat dan? Gaan ze dan ook lopend of fietsend naar hun werk?


zaterdag 3 mei 2014

Mede door Rotterdamse verrader kwam opa niet thuis

                                      Straat in Lemmer, vernoemd naar mijn grootvader.

Op 4 mei staan we stil bij alle oorlogen en bij hen die hun leven voor onze vrijheid opofferden. Ook bij ons thuis heeft die dag altijd iets speciaals gehad. Mijn pake, mijn Friese grootvader, keerde na de Tweede Wereldoorlog niet meer terug. Hij overleed op 2 april 1945 in het tuchthuis nabij Frankfurt.

Veel weet ik niet over mijn grootvader Gerben. Mijn vader vertelt soms flarden. En een oude geboren Lemster, zoals de Friezen een inwoner van Lemmer noemen, kan mooi vertellen als hij in zijn flat - niet ver van mijn thuis in Spijkenisse - verhalen opdist over de kapitein. Van mijn grootvader mocht hij soms meevaren op het vrachtschip.

Net 51 jaar werd Gerben Bootsma. Mijn beppe (Fries voor grootmoeder), Sjoerdje, en acht kinderen bleven achter. Ja, ik ben naar beiden vernoemd. Daar ben ik best trots op. Een grootvader die mensen in nood hielp. En een grootmoeder die acht kinderen in haar eentje opvoedde onder allesbehalve gemakkelijke omstandigheden.

Gerben Bootsma redde met de andere opvarenden van zijn schip in 1943 de inzittenden van een Engels vliegtuig, dat was neergehaald boven het IJsselmeer. In Enkhuizen kon de Nederlandse spion Pieter Gerbrands, ondanks opgeroepen Duitse soldaten, van het schip ontsnappen.

Later werd de zaak alsnog verraden. Mijn grootvader werd in Lemmer opgehaald en aan de Duitsers overgeleverd door Antonius van der Waals , een Rotterdamse landverrader. Een voormalig elektrotechnicus die tientallen mensen in de oorlog aanbracht en ook nog een aantal vermoordde. In januari 1950 werd Van der Waals, die ter dood was veroordeeld, in Scheveningen omgebracht.

Mijn grootvader werd wegens het helpen van de vijand door een Duitse rechtbank veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf in het tuchthuis. Op 2 april 1945, kort na zijn bevrijding, overleed hij door ziekte en uitputting.

Gerben Bootsma ligt, met bij zich de asresten van mijn oma (overleden in 1967), op de begraafplaats in Frankfurt-Zuid.

Met mijn vader, de laatste nog levende van acht kinderen, bezoek ik vanavond de herdenkingsbijeenkomst van de Oorlogsgravenstichting op het kerkhof. Best bijzonder, want zo vaak vier je 4 mei niet in Duitsland. Liever niet, zelfs. Ik heb niet veel met Duitsers, maar ik heb ook geen hekel aan ze. In elk land heb je immers goede en slechte mensen.

Toch moest ik er de afgelopen week aan denken toen ik met mijn gezin terugging naar mijn Friese roots. In Lemmer, een plaats met een grote jachthaven aan het IJsselmeer, hoor je op straat soms meer Duits dan Fries. Het is slechts een feit. Mijn grootvader zou er ook niet te lang bij hebben stilgestaan. Hij gaf zijn leven immers voor de vrijheid van alle mensen.



maandag 24 februari 2014

Hand in hand, kameraden


Zondag om even voor half drie, gaat het echt los. Als de elftallen van Feyenoord en Ajax de grasmat van de Kuip betreden, schalt het niet alleen uit de geluidsinstallaties. Ook 50.000 kelen laten het 'Hand in hand' als het lied van Zuid zo hard horen, dat je je zelfs op de Laan op Zuid en de Strevelsweg even op de middenstip waant.

'Hand in hand', het ultieme lied dat de gelederen in Rotterdam-Zuid met elkaar verbindt. Arm, rijk, blank, gekleurd, christen en heiden, zweren die middag trouw aan die ene religie: Feyenoord.

Slechts enkelen weten dat 'Hand in hand' niet het clublied van Feyenoord, maar van de Rotterdamse voetbalvereniging (RVV) Coal is. Zondag aanstaande heeft het dan ook ruim een half uur eerder al in het Zuiderpark geklonken, als de hoofdmacht van Coal het opneemt tegen het altijd lastige FIOS uit Achthuizen.

Al aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had Coal het strijdlied ingepalmd. Johnny Hoes, misschien niet de beste, maar wel de bekendste speler die Coal voortbracht, maakte daarna de Feyenoord-versie. Met Jaap Valkhoff paste de koning van de smartlap het lied aan en gaf het nationale furore.

Feyenoord en Coal waren toen al lang geen onbekenden voor elkaar. De clubs speelden naast elkaar aan de Dordstestraatweg. Coal was rond de oorlog een club van faam. Maar Feyenoord en Coal hebben meer gemeen. Doelman Cor Huisman sleet er zijn laatste jaren en Mario Been zette er zijn eerste stappen als jeugdtrainer. Scout Maup Martens (een van oorsprong DRL'er) en Hans Maus (technisch coördinator van SC Feyenoord) hebben Coal ook lief gehad.

Verslaggever
Als verslaggever van het Rotterdams Dagblad kwam ik in de jaren '80 en '90 geregeld bij Coal. Het was een onopvallende, stabiele derdeklasser, met keurige mannen als bestuursleden. Een leuk cluppie van Zuid.

Vorige week moest ik plotseling denken aan Coal. Want als je op bezoek ging en de auto op het zijpad van de Oldegaarde parkeerde, zag je de entree naar restaurant Meerzicht. Toen het restaurant (voorheen Meerzicht) een week geleden vermoedelijk door boze opzet tot op de grond afbrandde, dwaalden mijn gedachten af naar buurman Coal.

Toeval?
Was het toeval? Een dag later hing Arie Blok, de voorzitter van Coal, aan de telefoon. Meer dan zeven jaar hadden we elkaar niet meer gesproken. Hij was niet langer preses bij Coal, ik was sportverslaggever af.

Zeven jaar later is hij toch weer voorzitter en ben ik redacteur bij RTV Rijnmond. Arie Blok belde uit nood. Hij maakte zich na de verwoestende brand bij de buren ernstig zorgen. Bij Coal was immers sinds de kerstdagen zeventien keer ingebroken en vernield. Ja, zeventien keer. En zou het een achttiende keer ook mis gaan met zijn club, was zijn vrees?

We maakten radio- en televisiereportages om het probleem een breder podium te geven. Maar zelfs in verkiezingstijd maakt niemand zich druk om Coal. Althans, de deur werd er niet plat gelopen, om via massale verontwaardiging dit wangedrag gedrag een halt toe te roepen.
De politie zat ook nog eens op dood spoor, maar surveilleerde wel extra.

Kerstboom
Zondagnacht was Coal bijna gezien. Voor de achttiende keer sloegen de vandalen toe en probeerden door een brandende kerstboom naar binnen te werpen de kantine in vuur en vlam te zetten. Wat een waanzin!

Gelukkig mislukte die aanslag, maar het wachten is op erger. Wellicht dat de politie voordien succes heeft. Dan nog blijft Coal met een forse schadepost van zeker 10.000 euro achter.

Benefietduel
Misschien kan Feyenoord en/of het Legioen het leed verzachten. Na al dat jarenlange lenen van 'Hand in hand' kunnen de kameraden iets terugdoen voor die arme amateurs van Coal. Zondagmiddag aanstaande voor aanvang van de klassieker met de pet rond gaan of aan het einde van het seizoen een benefietduel spelen op het veld aan de Oldegaarde. Het zijn slechts twee van de mogelijke vele suggesties. Aan anderen om die voorzet in te koppen.

Geen woorden, maar daden... leve Coal 1

De foto boven de blog is van de single die ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan in 1984 werd gemaakt door Johnny Hoes en Coal 1. Trainer van dat elftal is Hans Maus, nu technisch coördinator bij SC Feyenoord.

Sjoerd Bootsma schreef deze column op persoonlijke titel.

maandag 20 januari 2014

Ja, ik ga m'n OV Miles inruilen


OV Miles. Ja, went u er maar aan. Vanaf vandaag kunt u na Air Miles en KLM Miles ook sparen bij de RET. Mooi toch? Niet dan? Echt wel! Of....

In november mocht ik als één van de uitverkorenen meedoen aan de proef. Uiteraard vond ik dat als dagelijks gebruiker van het openbaar vervoer en als journalist leuk. Participerende journalistiek, in vaktermen.

Vol goede moed stortte ik mij in het avontuur. Want dat is het altijd, in het OV. Een hindernisbaan zoals we die vroeger in militaire dienst niet hadden.

Zo ook met de Miles. Ik was niet zomaar aangemeld. Ik woon in Spijkenisse, een gemeente die niet vaak positieve gedachten oproept. Ook niet in combinatie met het OV. Immers, we zijn het centrale punt voor een achterland van 200.000 reizigers. Toch hebben we geen balie. Voor vragen met persoonlijk contact moeten we naar Rotterdam.


Activeren
Dat gold ook voor het activeren van de OV Miles. Eén van de automaten stond op mijn route. Dus op een regenachtige herfstavond uitgestapt op Vijfsluizen (Schiedam). De trap naar beneden, door de poortjes, daar stond de automaat. Helaas... defect. Uiteraard wel gemeld.

De volgende dag besloot ik maar te lopen naar de Euromast. 'O ja, de OV Miles. U bent de eerste,' zei de vriendelijke dame. En zo was ik eindelijk volwaardig OV Miles-jager.

En reken maar dat ik heb gereisd. Vijf dagen per week, die ik altijd betaal met 2daagse- en 3daagsekaarten. Dat is goedkoper dan een abonnement, tenminste als je aan het einde van een tracé woont én de enkele reis 3 euro of meer bedraagt.

Toch schoot mijn OV Miles-saldo niet als een komeet omhoog. Per maand kun je immers maar 200 miles sparen, jaarlijks 2500.

Beperkingen
Bij Air Miles en KLM Miles kennen ze geen beperkingen, bij de RET wel. Volgens de directeur omdat de RET nog meer partners zoekt. Volgens zijn woordvoerster omdat het toch vooral is om mensen het OV in te lokken. Jammer, verzin maar een andere berekening. Ik vind dat de vaste reiziger elke dag een beloning verdient. Dan moet je maar meer reizen om in aanmerking te komen voor een gratis consumptie plús een portie bitterballen in Theater Walhalla!

Van de aanbiedingen heb ik nog geen gebruik gemaakt. De proef was immers in december en het geld was al besteed. En eigenlijk weet ik nog niet of ik van de aanbiedingen gebruik maak. Dat is vooral mijn probleem. Immers, het idee achter OV Miles beschouw ik als positief.

Toch wil ik wel mijn OV Miles aan het eind van 2014 inruilen. Misschien wel tegelijk met alle OV-reizigers van Voorne-Putten. Als we die allemaal op een hoop gooien, kunnen we dan die informatiebalie op station Spijkenisse Centrum terugkrijgen?

Al is het alleen al handig voor mijn schoonvader van 80, met wie ik elke keer naar de automaat moet lopen om het saldo op te laden. Die man heeft, zoals veel mensen van zijn leeftijd, niets met computers en ingewikkelde automaten. Laat staan iets met de OV-chipkaart. Hij stapt liever in zijn auto, slecht voor het milieu en een extra gevaar in het verkeer.

Dus meneer Peters, alstublieft...